Labneh met venkel en sinaasappel
Snijd drie, liefst kleine, venkels in vier parten. Haal met een dunschiller de schil van twee sinaasappels en pers ‘m samen met nog vier extra sinaasappels uit. Leg de venkel goed samen in een kookpot met lage randen. Overgiet met het sinaasappelsap en doe er de zeste bij. Gebruik eventueel nog extra specerijen zoals citroengras, kruidnagel, zwarte peper, kardemon of saffraan.
Druk alles goed aan en zet het deksel erop. Het is niet erg als niet alles in het sap ligt of de pot een beetje te klein is want eens de venkel begint te garen, zal hij slinken in het sap. Laat ongeveer een half uur sudderen onder deksel tot de venkel helemaal gaar is. Haal nu de venkel uit het sinaasappelsap en laat het sap inkoken tot siroopdikte. Je ziet dan alsmaar grotere bellen verschijnen.
Bak ondertussen de venkel kort aan in een pan met olijfolie. Dat gaat snel want het zoete van de venkel en het sap karameliseren snel.
Schep een potje Labneh op een mooi groot bord. Serveer er de lauwe, gare en gebakken, venkel op. Giet er wat van de ingekookte saus en een scheutje olijfolie over. Werk af met wat overgehouden venkelblad. Serveer als bijgerecht.
Deel deze pagina als je venkel lekker vindt!